Dyckroute

Vlaamse bezorgdheden

De minister-president bevestigt hiermee de bezorgdheden over de Vlaamse en Belgische belangen die Charlotte Verkeyn al herhaaldelijk aankaartte in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het geplande windmolenpark voor de kust van Duinkerke brengt belangrijke sectoren in gevaar. De vaarroute tussen Oostende en het Verenigd Koninkrijk, cruciaal voor handel en industrie, wordt belemmerd. De visserijsector lijdt onder het verlies van visgronden, terwijl het Natura 2000-gebied "Vlaamse Banken" ecologische schade kan oplopen. Daarnaast zijn er veiligheidsrisico’s: radar- en navigatiesystemen kunnen worden verstoord, wat de scheepvaart en reddingsoperaties bemoeilijkt. Tot slot tast het project het kustlandschap aan, met mogelijke gevolgen voor het kusttoerisme. Kortom, redenen genoeg om alles uit de kast te halen in de strijd tegen de huidige locatie van dit project. 

Acties vanuit Vlaanderen

Om deze problemen aan te kaarten, roept de Vlaamse regering de Franse overheid nogmaals op om alternatieve locaties te onderzoeken. De Vlaamse regering spreekt hierbij steun uit voor de acties van de haven van Oostende: “Ik blijf oproepen tot dialoog met onze zuiderburen, maar tegelijk steunen we ook de haven van Oostende in haar procedure bij de rechtbank van Brugge om de Franse bouwheren te verbieden de bouw van het offshore windmolenpark voor de kust van Duinkerke verder te zetten.”  aldus Diependaele. 

Naast deze steun plant Vlaanderen ook een procedure te starten bij de Franse Raad van State tegen de milieuvergunning voor de aanleg en uitbating van de elektrische aansluiting van het windmolenpark.

De steun aan de juridische procedure van de haven is een belangrijke stap in de juiste richting en bewijst dat wij vanuit de haven steeds correct en daadkrachtig hebben gehandeld.

Tevreden reactie

Charlotte Verkeyn reageert tevreden op de bijkomende steun van Vlaanderen aan de Haven van Oostende: “Dit is een krachtig signaal dat Vlaanderen de belangen van onze haven en onze economie niet zomaar laat schenden. De steun aan de juridische procedure van de haven is een belangrijke stap in de juiste richting en bewijst dat wij vanuit de haven steeds correct en daadkrachtig hebben gehandeld.”. Daarnaast verwelkomt ze de klacht bij de Franse Raad van State: “Het is essentieel dat we alle mogelijke juridische middelen benutten om dit project op deze locatie tegen te houden. Ik ben blij dat aan mijn herhaaldelijke oproepen gehoor wordt gegeven.” .

Verkeyn benadrukt tenslotte dat ze zich blijft inzetten voor dit dossier: “Ik zal alles in mijn macht blijven doen om ervoor te zorgen dat dit project niet doorgaat, zowel lokaal vanuit Oostende als federaal vanuit Brussel. Dit blijft voor mij een absolute prioriteit.”. Zo stelde de volksvertegenwoordiger recent opnieuw de vraag rond acties vanuit de federale overheid aan minister Verlinden.